Sinds 1993 heeft Amnesty het werkterrein uitgebreid met verzet tegen etnische zuiveringen. Daarmee worden maatregelen bedoeld die de massale verdrijving van mensen uit hun land of gebied beogen, enkel en alleen wegens hun etnische afkomst. Aanleiding voor deze uitbreiding van het werkterrein was de oorlog in voormalig Joegoslavië.
Moslims, Bosnische Serviërs en Bosnische Kroaten woonden vroeger als buren bij elkaar in dezelfde dorpen en steden in Bosnië-Herzegovina. Maar op gegeven moment begonnen de groepen elkaar te bevechten en werden mensen van de ene groep door de andere groep verdreven. Hetzelfde gebeurt nu nog steeds in Kosovo waar Albanezen en Serviërs elkaar bevechten.
Een voorbeeld:
De Servische Bosniër Dusan Tadic is door het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. Het tribunaal acht bewezen dat Tadic zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden. Tientallen getuigen hebben Tadic gezien bij de 'etnische schoonmaak' van zijn geboortedorp Korazac, de dorpen Sivci en Jaskici en in de gevangenkampen Omarska en Keraterm. Hij is veroordeeld voor martelen, verkrachten en doden van moslims tijdens de etniche zuiveringen.